Hygiëne in de voedingsindustrie is de basis voor voedselveiligheid. Of het nu gaat om het voorkomen van kruisbesmetting, het beheersen van Listeria, of het voldoen aan de eisen van IFS, BRCGS en FSSC 22000: een goed doordachte aanpak van reiniging en desinfectie is mag niet ontbreken. Daarbij spelen twee factoren een grote rol: frequentie en intensiteit.
Maar wat betekent dat concreet voor productiebedrijven? Hoe vaak moet je reinigen en controleren? En hoe zorg je dat de intensiteit past bij het risico? In dit blog nemen we je mee door de verschillende niveaus, geven we voorbeelden en leggen we uit hoe je dit slim kunt managen met Taakmanager.
Zoals we eerder al zeiden is hygiëne in de voedingsindustrie de basis voor voedselveiligheid. Een dagelijkse schoonmaak is hiervoor een logische basis. Maar, in een moderne productieomgeving is dat nagenoeg nooit voldoende. Apparatuur, vloeren en leidingen zijn vaak complex, waardoor vuil zich makkelijk ophoopt op plekken die je niet dagelijks bereikt. Bovendien verschilt het risico per oppervlak: een transportband die direct met voedsel in aanraking komt vraagt om meer aandacht dan een gangpad buiten de productieruimte.
Frequentie bepaalt dus hoe vaak je schoonmaakt, intensiteit hoe grondig dat gebeurt. Samen vormen ze de sleutel tot een hygiëneplan dat niet alleen “auditproof” is, maar vooral ook je merk en je consumenten beschermt.
In de voedingsindustrie wordt vaak gewerkt met een indeling in vier zones, elk met een eigen risicoprofiel en dus een eigen frequentie van reiniging en desinfectie.
Deze zone vormt het hart van voedselveiligheid. Hier is geen ruimte voor concessies: dagelijkse eindreiniging en desinfectie moeten een vast onderdeel zijn van je reinigingsplan.
Hoewel deze oppervlakken geen direct voedselcontact hebben, kunnen ze wel indirecte besmettingsroutes vormen. Denk aan opspattend water of contact met medewerkers.
Hier sluipt besmetting vaak “door de achterdeur” binnen. Minder direct zichtbaar, maar het kan wel gevaarlijk zijn.
Deze zone lijkt misschien minder belangrijk, maar onderschat het risico niet. Via personeel, transportmiddelen en luchtstromen kan vervuiling alsnog richting de productie gaan.
Let op: bovenstaande is de richtlijn die wij hanteren. Er zijn geen vaste wetten of regels vastgesteld die bepalen hoe vaak je een productieomgeving moet reinigen. Het moet simpelweg gewoon schoon zijn. Met een 0-meting bepaal je welke frequenties en intensiteit het beste passen bij jouw situatie. Iedere productieomgeving is immers uniek. Daarna is het een kwestie van trial en error om zo tot een efficiënt en effectief reinigingsplan te komen.
Naast de vraag hoe vaak je schoonmaakt, is de intensiteit net zo belangrijk. Er zijn vier verschillende niveaus van intensiteit. Producten van Ecolab en Pal International kunnen, afhankelijk van jouw proces en productieomgeving, ingezet worden tijdens deze reiningstypen.
De basis van ieder hygiëneplan. Aan het einde van de productiedag worden alle machines, de apparatuur en de productieomgeving gereinigd en gedesinfecteerd, zodat de volgende dag veilig gestart kan worden met de productie.
De tussentijdse reiniging wordt uitgevoerd bij productwissels of bij een hoger risico op kruisbesmetting, bijvoorbeeld bij allergenen. Vaak sneller en minder uitgebreid dan eindreiniging, maar onmisbaar bij productielijnen waarop meerdere verschillende producten geproduceerd worden.
Een geplande, intensieve schoonmaak voor de moeilijk bereikbare plekken zoals naden, binnenzijde van bedieningskasten, kieren en ventilatiekanalen. Vaak gecombineerd met onderhoud, zodat machines weer veilig en efficiënt draaien. Tijdens het reinigen en desinfecteren van machines is het aan te raden gebruik te maken van LOTOTO.
Wanneer er iets misgaat, bijvoorbeeld bij een besmettingsincident of negatieve auditbevinding, is correctieve reiniging en desinfectie noodzakelijk. Dit is gericht, intensief en direct uitgevoerd om risico’s te elimineren.
Alle theorie is mooi, maar de praktijk vraagt om structuur en discipline. Hoe borg je dat de juiste taken op het juiste moment worden uitgevoerd? Hoe weet je zeker dat periodieke dieptereinigingen niet “tussen de bedrijven door” verdwijnen?
Hier komt Taakmanager in beeld.
Met de digitale Taakmanager:
Zo wordt hygiëne niet alleen een kwestie van schoonmaken, maar ook van slim organiseren.
Reiniging en desinfectie in de voedingsindustrie draait om meer dan “iedere dag een sopje”. Het gaat om:
Met deze aanpak zorg je niet alleen dat je productieomgeving schoon is voor de volgende audit, maar vooral dat je producten veilig zijn en je merk betrouwbaar blijft. Wil je weten hoe Taakmanager jou kan helpen om reiniging en desinfectie slim te organiseren? Neem contact met ons op. We laten je graag zien hoe je met één tool overzicht, borging en rust creëert in je hygiëneproces.